Gemeente ontruimt berm bij ‘Malle Pietje’ in Gieterveen

GIETERVEEN – De Gemeente Aa en Hunze heeft woensdag de berm bij handelsonderneming Lubben aan de Torenveen in Gieterveen opgeruimd. De gemeente had Lubben gesommeerd de spullen op te ruimen. Toen hij dit naliet nam de gemeente het heft in eigen hand en maakte de berm leeg.

,,We hebben hem in oktober van vorig jaar gevraagd zijn spullen op te ruimen. Hij heeft een begin gemaakt, maar is niet verder gekomen. We hebben herhaaldelijk gesommeerd er iets aan te doen. Dit haalde niets en uit en dus hebben we woensdag actie ondernomen”, zegt woordvoerster Jessica van Ravenhorst. De gemeente trok woensdag met groot materieel uit en is tot in de middag bezig geweest. Wasmachines, tuinstoelen, hekwerken, gereedschap en ander oud ijzer werden in drie vrachtwagens geladen. Ambtenaren en de politie hielden toezicht op de werkzaamheden. 

Johan Lubben zag het lijdzaam aan. ,,Inwendig was ik erg kwaad, maar mijn vriendin is hoogzwanger dus heb ik mij ingehouden.” De ondernemer is het niet eens met de actie , want hij is van mening dat de gemeente spullen van zijn eigen terrein heeft gehaald. Er is een verschil van mening over de erfafscheiding. Lubben, die in de volksmond vergeleken wordt met ‘Malle Pietje’ uit de tv-serie Swiebertje, laat het er niet bij zitten en heeft een advocaat ingeschakeld. ,,Ten eerste hadden ze mijn moeder aan moeten schrijven, want de grond is haar eigendom. Het stuk grond is al sinds 1974 in gebruik. Daar heeft de gemeente nooit iets van gezegd. Ook niet toen ze in 1991 de autosloperij van mijn vader hebben ontruimd. Ik heb bewijzen dat dat er coniferen en een hekwerk op de scheiding stonden. Daar is nooit iets van gezegd. De zaak is volgens mij verjaard. Het is al veel langer dan tien jaar privéterrein. Het hekwerk heeft de gemeente verwijderd, net als bloembakken, 70 vierkante meter bestrating en gereedschap van mijn handelsonderneming die ik in maart ben begonnen. Mijn advocaat denkt dat ik een zaak heb en dus is hier het laatste woord nog niet over gesproken.”